Heel het Schrift is door God ingegeven en is nuttig om daarmee te onderwijzen, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de rechtvaardigheid (2 Timotheüs 3:16). Het woord van God heeft een cruciale rol in ons leven. We leren Zijn woord om God te leren kennen, en zo een relatie met hem op te bouwen. Door middel van Zijn woord leren we Zijn karakter kennen. Het is een manier waarmee God zichzelf openbaart aan de mens. Van jongs af zijn velen van ons dan ook aangeleerd dat we bij de lezingen van de liturgie aanwezig moeten zijn om communie te nemen. Maar de reden waarom deze lezingen zo belangrijk zijn, gaan veel dieper dan alleen ritueel. Ze zijn het brood van het leven (Mattheüs 4:4), het licht van onze weg (Spreuken 6:23), het zwaard van de Geest (Efeze 6:17), de veiligheid van ons ministerie (Jozua 1:8) en onze meditatie door de dag heen (Psalm 1:2).
De lezingen zijn net als een lamp welke schijnt in een duistere plaats, totdat de dag aanbreekt en de morgenster opgaat in uw hart (2 Petrus 1:19).
Om goed te begrijpen wat het belang is van de lezingen, gaan we kijken naar het verhaal van de Emmaüsgangers (Lukas 24:13-35). Twee discipelen waren onderweg naar Emmaüs waar ze de verrezen Christus ontmoetten. Ze waren er op dat moment niet van bewust dat ze tegen Jezus spraken. Jezus begon met hen te spreken over Moses en alle profeten. De discipelen voelden hun harten branden in hen toen Jezus het Woord met ze deelde. Ze drongen bij Hem aan om met hen te blijven en toen dat gebeurde en Hij aan tafel het brood nam, het zegende en brak, werden hun ogen geopend en herkende zij Hem.
Er zijn hier drie aspecten waar we aandacht aan moeten besteden:
- Het woord van God, gesproken door Christus zelf.
- De handelingen en levensstijl die de titel Liefde dragen.
- We zien het goddelijke geschenk: het openen van hun innerlijke oog.
Ten eerste begon Jezus over Mozes en al de profeten en legde hun uit wat in al de Schriften over Hem geschreven was (Lukas 24:27). Jezus sprak hier over zichzelf, dat is waarom de discipelen hun hart voelden branden. Dit gevoel maakten hen klaar om het Goddelijke geschenk op het einde te ontvangen. Dit is ook wat onze kerk probeert te doen met de spirituele rituelen voor de lezingen, en vooral voor het Evangelie. Hierom is er een speciaal stukje in de liturgie, wat de Liturgie van het Woord genoemd wordt, waarin vijf lezingen van de Heilige Bijbel voorkomen. De kerk heeft dus voor elke liturgie vijf lezingen klaarstaan. De Paulinische brieven, de Katholieke brief, de Handelingen (Praxis), de Synaxarion en de Heilige Evangelie. Deze lezingen bieden een gelegenheid voor Bijbelse beschouwing en onderwijs. Deze lezingen zijn een aanvulling op de lezingen die werden gezegd tijdens het opheffen van Vespers en Ochtendwierook. De priester bidt ook enkele gebeden in stilte waarin hij God vraagt om het volk te verlichten en hen genade te schenken om de woorden die ze gaan horen toe te passen op hun eigen geestelijke leven. Hij bidt dan het eerste mysterie van de Paulinische wierook, zeggende:
“O goede God en minnaar van de mensheid, we vragen U, schenk ons en al Uw volk een geest vrij van dwalen en een duidelijk begrip, dat we mogen weten en begrijpen hoe winstgevend Uw heilige leringen zijn die ons nu door hem worden voorgelezen. En terwijl hij Uw voorbeeld volgde, O Auteur van het leven, maak ons ook de moeite waard om zoals hem te zijn in daad en geloof.”
Terwijl het volk luistert naar de Paulinische brief, betreedt de priester het Heiligdom en bidt (in stilte), God smekend, om Zijn volk een geest te schenken die niet in beslag wordt genomen door de wereld en haar zorgen. Hij smeekt de Heer ook om hen, evenals zichzelf, voor een zuiver begrip, een heldere geest, kennis en wijsheid te geven, en om hun de diepe spirituele betekenissen te openbaren die achter de woorden liggen die worden gelezen.
Voor de katholieke brieven bidt de priester (in stilte):
‘O Here God, die ons door uw heilige apostelen het mysterie van de heerlijkheid van uw zoon Jezus Christus heeft geopenbaard en onder alle naties het blije nieuws van de onnaspeurlijke rijkdom van uw barmhartigheid bekend heeft gemaakt.’
Het woord ‘katholiek’ is een Grieks woord dat ‘universeel’ betekent. De zeven brieven, die volgen na de brieven van Paulus, worden de katholieke brieven genoemd, te beginnen met de brief van Jakobus. Ze worden de ‘universele’ brieven genoemd omdat ze aan alle naties waren geschreven en niet aan een bepaalde persoon of groep mensen (zoals de brieven van Paulus). Het Evangelie van Christus, zoals onderwezen door de apostelen, is de leer van de Hemel. Als we het volgen, zal het ons naar een gelukkig leven leiden. De Heer koos Zijn discipelen zodat zij tot de naties kunnen prediken over de rijkdommen van het Koninkrijk der Hemelen en van de redding van Christus, door Zijn dood aan het kruis en Zijn glorieuze opstanding.
Bovendien heeft de kerk een speciale bepaling opgesteld voor de persoon die de lezingen leidt, de [Gnostos], dat wil zeggen, de lezer en vertolker van de heilige boeken. Dat wil zeggen dat hij die de lezingen houdt, het woord van God in zijn hart moet dragen (Deuteronomium 6:6).
Maar als wij tot het Evangelie komen, treffen wij meer bereidwilligheid en veel meer vrees aan; alsof wij een berg naderen die met vuur smeult (Exodus 24:17). Daarom heeft de kerk speciaal voor het evangelie een litanie opgesteld, om het te loven en degenen die het woord ervan horen te zegenen (Openbaring 1:3). Want voor vele profeten en rechtschapen mensen was het verlangen geweest om het woord en de prediking van de verlossing te horen; dat was zelfs het verlangen van de engelen (1 Petrus 1:10-12).
De priester bidt in stilte: ‘Moge we waardig gemaakt worden om u Heilige Evangeliën te horen, mogen we uw voorschriften en geboden onderhouden en er vrucht uit voortbrengen, honderdvoudig, zestigvoudig, en dertigvoudig, in Jezus Christus onze Heer.’
De priester vraagt God hier om zijn hart en de harten van zijn volk te zuiveren en om de distels en doornen van de valse zorgen en aanvallen van de duivel van hen af te staan. Hij smeekt de Heer ook om ons tot inkeer te brengen en de woorden van het Evangelie na te leven en om vruchten voort te brengen. De priester vraagt om al deze zegeningen in de naam van Jezus Christus.
We aanschouwen de oproep van de diaken, en het kruis dat naar boven wijst, om ons tot aandacht op te roepen (neigt uw oren wijselijk, zodat wij het heilige evangelie mogen horen). De priester offert wierook voor Zijn aanwezigheid bij zijn woord aan de bijbelhouder. Twee diakenen staan op de voorgrond, met kaarsen voor de verkondiging van het licht van Zijn woord; en een vroom volk, dat in eerbied staat te wachten op het licht van Zijn heil, de kracht van Zijn Goddelijke aanwezigheid, en Zijn boodschap aan elk van hen persoonlijk. Hier moeten wij misschien even stilstaan bij de Heilige Johannes de Ziener (Openbaring 4 & Openbaring 5), toen hij het verzegelde boek vond, dat niemand anders op aarde of in de hemel kon openen, dan de Zoon van God (het Lam, staande alsof het was geslacht). Als wij de sfeer van dat Boek bij de opening en openbaring beschouwen, constateren wij het volgende:
- Het Lam stond alsof het was geslacht (het offer van de Eucharistie).
- De 24 Oudsten (priesterschap).
- Harpen en wierookvaten gevuld met wierook, die de gebeden van de heiligen zijn (wierook).
- Tienduizend maal tienduizend, en duizenden van duizenden engelen (het samenwerkingsverband van hen die in de hemel zijn).
- Een liturgische lofzang die zegt, (Heilig, Heilig, Heilig).
- Dan komt het antwoord van het volk en de gelovigen, “Amen.” Dit is een benadrukking dat de Goddelijke openbaring die in het woord en in de heilige bijbel wordt weergegeven, in de liturgie tot uitdrukking komt. Met andere woorden, het is de Eucharistie die onze ogen opent voor Zijn aanwezigheid in Zijn woord. In elke liturgie opent God zijn verzegelde boeken, te midden van de wierook van de priesters, de lofzang van de liturgie (Agios hymne), en het samenwerkingsverband met het hemelse (gebed van de voorbeden); net zoals dat gebeurde met de Heilige Johannes de Geliefde ten tijde van zijn openbaring (Openbaring 4 en Openbaring 5). Dat wil zeggen, het hoogtepunt van de Goddelijke openbaring in de heilige boeken wordt bereikt door de liturgie! Dat blijkt uit het feit dat Abraham God zag bij het offeren van het schaap in plaats van Izaäk, zoals de eerwaarde vader Tadros Ya’qoob Malati zegt: “Jehovah ziet”, dat wil zeggen (God ziet); (Genesis 22:14). Zo werd God aan Abraham getoond op de plaats van het offer, waar verzoening tot stand werd gebracht tussen God en de mens; en wij zijn het waardig geworden om Hem te zien, als zonen die in de boezem van de Vader kunnen worden opgenomen. Door het offer heft de Heilige Geest ons op en voert ons naar de boezem van God, zodat wij de gave mogen ontvangen om Hem te zien; niet met het tijdelijke gezichtsvermogen, maar met het aanschouwen van de eenheid met God, en het genieten van het deelhebben aan Zijn eeuwige verheerlijkingen. Vandaar kwam het altaar van de Kerk van het Nieuwe Testament als een belichaming van de hemelen… de plaats van Gods ontmoeting met de mens door de gedode Zoon.
(FR. Tadros Ya’qoob Malati – Uitleg van het Boek Genesis, hoofdstuk 22).
Dit kan een verklaring zijn waarom er heiligen onder ons volk zijn die nooit enig onderwijs hebben genoten, maar toch heeft hun verbondenheid met de liturgie en het woord van God, dat daardoor werd overgebracht, hen verrijkt in het geloof (Jakobus 2:5). Zij groeiden zelfs uit tot uitverkoren vaten om de naam van God te verkondigen (1 Korintiërs 1:27). Wanneer Zijn liturgisch woord (door de mis) samenkomt met datgene wat Hij geeft aan het dagelijks leven van de mens, zal zijn hart branden van Zijn liefde, en zal hij duidelijk Zijn stem horen in de lezingen van de kerk.
Zo zullen wij geen behoefte hebben aan filosofieën of studies die ons wegen voorstellen om Zijn stem te kunnen horen; want Hij heeft een stille, kleine stem (1 Koningen 19:12); Hij zal niet roepen (Mattheüs 12:19), en niemand op straat (geen geest vol ijdele gedachten) hoort Zijn stem. Alleen zij die innerlijke rust en stilte kunnen hebben (Jesaja 30:15). Ik denk niet dat ik overdrijf als ik zeg: wie naar de kerk gaat om naar de lezingen te luisteren en ze te overwegen, in dorst naar Zijn liefde en aanwezigheid, zich volledig richtend op wat de Geest zegt, (Openbaring 2:7), zal Zijn stem uit de ramen horen komen (Hooglied 2:9). Hij zal ook zeggen: Ik heb Hem gevonden die mijn ziel liefheeft. Hij zal de rijkdom van Zijn liefde waarnemen en ervaren (Hooglied 8:3). Wanneer het licht in onze harten schijnt, zullen onze behoeften veranderen en zullen wij ons onderwerpen aan Zijn wil tot in de dood (Handelingen 21:13). Dit wordt overigens geïllustreerd door de Schriftgeleerde: zoals hij het belang benadrukt van het luisteren naar en het zorg dragen voor de lezingen van de kerk enerzijds, en hun relevantie voor het heilige leven anderzijds. “Als wij onzorgvuldig lezen, zonder streven naar inzicht of kennis, kan de Schrift in het geheel met een sluier bedekt worden – zelfs de evangeliën en de brieven.”
“Onder u zijn enkelen, die direct na de lezingen komen; anderen stellen geen vragen over of spreken niet over wat zij horen. Zij herinneren zich de Goddelijke geboden van de wet niet, waarin staat: “Vraag uw vader, en hij zal het u tonen; uw ouderen, en zij zullen het u zeggen.” (Deuteronomium 32:7). Sommigen wachten wellicht niet tot zij de lezingen in de kerk hebben beëindigd; anderen maken zich er misschien niet eens zorgen over of de lezingen al dan niet worden gehouden… Over hen zeg ik, dat wanneer Mozes wordt gelezen, er niet alleen een sluier, maar ook een muur en omheining in hun hart zal worden geplaatst.”
“Onderzoek alleen is voor ons niet voldoende om de Heilige Schrift te doorgronden; niettemin komt het ons toe de Here dag en nacht te smeken en te verzoeken, totdat het Lam uit de stam van Juda komt om het verzegelde boek vast te houden en de verzegelingen ervan te openen (Openbaring 5:5). Hij is het, Die, toen Hij de Schriften aan Zijn discipelen uiteenzette, hun harten in vuur en vlam zette, zodat zij zeiden: “Was ons hart niet brandende in ons, terwijl Hij onderweg tot ons sprak en ons de Schriften opende? (Lukas 24:32). Moge de Heer nu ontferming over ons hebben. Men zegt: “De Heer is een Geest, en waar de Geest des Heren is, daar is vrijheid” (2 Korintiërs 3:17). Moge deze vrijheid van kennis in ons bevestigd worden, zodat wij bevrijd kunnen worden van de slavernij van de sluier over onze ogen. Daarom heeft de apostel ook gezegd: “Maar wij allen aanschouwen met ongesluierd gelaat de glorie des Heren…” Maar hoe kunnen wij zo’n vrijheid genieten, zolang wij gebonden zijn aan de wereld, aan de hebzucht en de begeerten van het lichaam?!”
De Geleerde – Uitleg van het Boek Exodus – 34 – FR. Tadros Ya’qoob Malati
Het tweede belangrijk punt in dit verhaal kunnen we herleiden uit Lukas 24:29: zij drongen er bij Hem op aan en zeiden: Blijf bij ons, want het is tegen de avond en de dag is gedaald. En Hij ging naar binnen om bij hen te blijven. Wat hier significant is, is de handelingen en levensstijl van een volger van Christus. We worden gevraagd, om net als Christus, in liefde voor onze naasten te handelen. Stel je eens voor als de discipelen niet bij Hem aandrongen om bij hen te blijven… ze zouden het wonder niet meemaken. Dit laat de waarde van de christelijke liefde zien in de lezingen van de kerk. Wie zijn broeder liefheeft, blijft in het licht (1 Johannes 2:10). Het licht van zijn woord schijnt in onze liefdevolle harten. Onze liefde voor andere en open harten is als een pad die ons leidt naar heilige plekken, mensen en gebeurtenissen van onze Verlosser. Maar zonder liefde, is alles wat we zeggen of horen als klinkend koper of een schallende cimbaal (1 Korinthe 13:1), zelf als we de talen van de mensen en engelen spraken!
We zien dit ook terug in het oude testament. Er is een connectie tussen de liefde en gulheid die Abraham had voor andere en dat God verscheen aan hem (Genesis 14:15). Ook zien we dit in het verhaal van Job. God stimuleerde Job om zijn vrienden te vergeven die tegenover Hem hadden gezondigd (Job 42:10), en dit was voordat God Job weer had gecompenseerd. Hier zien we nogmaals de betekenis en waarde van zijn Goddelijke liefde en geboden die door middel van Gods woord een aanwezigheid in ons leven heeft.
Het derde punt vinden we in vers 31 van Lukas 24. Daarin staat: ‘En hun ogen werden geopend, en zij herkenden Hem, maar Hij verdween uit hun gezicht.’ Elk liturgie, worden onze ogen geopend door het woord van God. Degene geloven en leven volgens de christelijke liefde, niet met een materialistische blik op de wereld, maar met een geopend hart om Gods natuur, liefde en eigenschappen te zien. Het leven van ons verandert elke keer wanneer we de Heilige lezingen horen en tot ons nemen (2 Korinthe 3:18). Wanneer onze ogen worden geopend, groeien wij in de genade en kennis van onze Heere en Zaligmaker Jezus Christus (2 Peter 3:18). Daarnaast worden we ons ook meer bewust over onze menselijke zwaktes (2 Korinthe 12:5) en hoe we onze schatten in aarden kruiken hebben (2 Korinthe 4:7). De openbaring van het woord is een gratis Goddelijk cadeau, gegeven aan ieder die zich ellendig en arm voelt (Psalm 70:5), en aan ieder die al zijn hoop op de Gods liefde en genade zet (Mattheus 5:3).
Dus onze heilige kerk voorziet ons van lezingen die ons lijden naar de bovenkamer, om te zitten met Christus, dat Hij onze voeten en zondes wast, en ons het mooiste geeft wat we ooit kunnen krijgen: ‘Zijn leven in ons’ (1 Johannes 5:11) door Zijn Heilige lichaam en Zijn pure bloed. Dat we samen met Hem en in Hem op het kruis hangen en deelnemen aan de opstanding.
Gezegend is de persoon die zijn leven leidt met de communie en liturgie, vol van dankzegging, prijzend, liefdevol, gul en voldoening vindt in Zijn woord en de rijkheid van Zijn aanwezigheid. ‘Zijn dienen (dankzegging, prijzen, geven en preken) is een andere liturgie voor deze persoon waar hij zoveel voldoening uit krijgt’, zoals Anba Athanasius, Metropolitan van Beni-Suef zei. Moge we voor de lezingen van de kerk meer kennis verkrijgen, en volmaakt worden gemaakt in God (Efeze 3:19). Alle glorie, goedheid, lof, dankzegging, kracht en autoriteit aan de Heilige Drie-eenheid, voor eeuwig en altijd. Amen.